
Malou Kamstra
De Barneman zucht
Hij baant zich een weg door het grondwater
Laat bredere sporen achter dan een worm
Zich ooit zou durven graven
Duikt dieper nog dan het vooronder
Van verzopen schepen
Die daar slapen slapen
-de bodem van de Suydersee
Zijn kaken: rijen slagtanden.
Zijn ogen gewend
aan het donker van de aarde
Hij heeft wel iets weg nog
van de kraken
Maar dan met duizend pootjes-
waar zijn vinnen ooit zaten.
Hij moest toch met zijn tijd mee.
De zee…
Zijn wandelpad verloren
Aan baggeraars en pompen
Hij maakte plaats
Zijn stem giert niet meer
Bij noordenwind
Zwaait nooit meer naar een zeemeermin
De Barneman pakt zijn lantaarn
En zucht